Categorieën
Opgelucht

Het land van opa

Elk zomer leek het feest. We reisden duizenden kilometers af naar het zuiden. Het mooie warme zuiden. De palmbomen verwelkomden ons met flamboyante gezwaai. De geur van het land van vele kleuren doet alle zintuigen prikkelen. De mensen zijn er vriendelijker, het eten is lekkerder, de huizen mooier. Het land van opa…

Opa was een zelfverzekerde trotse man. Breed en groot van vorm, én, had ik ooit in al mijn onbevlektheid per ongeluk ontdekt, enorm. Die avond liep ik naar de badkamer om, zoals mijn gewoonte was elke avond, mezelf intiem te wassen en mijn tanden te poetsen. Toen ik zag dat de badkamer op slot was, wat ongewoon was rond dat tijdstip, kon ik het niet laten door de sleutelgat te gluren.

Het was een dermate traumatische ervaring, dat opa nooit meer hetzelfde werd. Ik was al best angstig voor zijn forse figuur, zijn harde stem, het geluid van zijn slepende sandalen als hij liep. Met deze bijkomstigheid durfde ik hem geen knuffel meer te geven, laat staan op zijn schoot te zitten..

Het huis waar we gedurende de vakantie verbleven was van mijn opa. Een prachtig huis, voor Nederlandse begrippen een gigantische villa!

Opa vertelde me altijd trots hoe hij jaar na jaar, steen voor steen, cent voor cent, eigenhandig erin had gestopt om het te krijgen wat het nu is geworden. En het was prachtig. De buitenkant oogde simpel, zoals gewoon was, wit geverfd met een blauwe onderrand. Maar binnen leek het een paleis.

In de ochtend rook je de geur van versgebakken brood en heerlijke traditionele pannenkoeken. In de middag rook het naar bloemen. Mijn tantes, nichten en oma maakten dagelijks het hele huis grondig schoon. En in de avond rook het naar wierook gemengd met de geur van het overheerlijke avondmaal. De nachten drongen tot diep in je poriën.. verse muntthee met versgebakken koekjes. Elke dag was een feest.

Terwijl het vrouwelijke deel van onze familie zich uitsloofde en de mannen de cafés bezetten, was ik meer geïnteresseerd in de groep jongens die dagelijks onze stoep bezetten. Ik probeerde dan ook steeds de klusjes buitenshuis te bedisselen. Klusjes zoals de stoep vegen en dweilen, ongebakken brood naar de plaatselijke oven brengen of onzinnige prulletjes kopen in de plaatselijke winkel van Achmed de Shelh op de hoek.

Naarmate ik ouder werd, kreeg ik steeds meer huiselijke taken. De stoep werd door mijn oudste tante geveegd en ik mocht niet meer naar buiten kijken.

Tóch deed ik dat! Elke mogelijkheid die ik kreeg, was een kans een blik te werpen op mijn jongens. Soms kon het minutenlang. Dan stond ik vanuit het raam te knipogen en te gebaren naar de leukste van de groep. Ik zag er niet op die leeftijd, droeg een buitenboordbeugel en had een pony die op z’n agressiefst een schaap kon slachten.
Maar de aandacht was heerlijk.

Tot die ene dag.. Ik poogde opnieuw een blik te werpen op de jongens, toen ineens mijn roze bloemetjes haarband die mn agressieve pony bijeen hield, uit het raam naar beneden viel. Dat was op zich niet zo’n heel groot probleem, ware het niet dat mijn opa, vanuit een andere raam, nét op het moment naar buiten keek dat een van de jongens mijn haarband naar boven wilde gooien. Niet alleen mijn haarband, maar de haarband met een wasknijper met briefje eraan.

Toen ik weer kon lopen en kijken, vond ik per toeval de brief, tussen de heilige boeken van mijn opa. Er stond in het Frans gekrabbeld: ‘Je t’aime, Hicham’ met 2 hartjes, scheelkijkend, want Hicham had humor, hand in hand.

Ik had mezelf de belofte gemaakt, nooit meer naar deze prachtige gevangenis terug te komen en verscheurde plechtig de brief die ik vervolgens weer terugstopte tussen de heilige boeken van mijn opa…

Categorieën
Opgelucht

De neukniqaab

Als we dan met de hele familie, mijn tantes, nichten en hun vriendinnen, in de grote woonkamer zaten, kwam er van alles op tafel. Ik kon mijn pret niet onder stoelen en tafels steken, en sprak flink en dapper mee.

Onder genot van heerlijke muntthee en koekjes werd er flink wat afgelachen. “Wisten jullie dat Saïd betrapt was?” Saïd was een jongen uit de buurt, bevriend met mijn neven. Een straatjongen, grote flirt, die altijd zijn beste “pssst” met een onwaarschijnlijke glimlach, bestaande uit kromme verkleurde tanden, tevoorschijn wist te toveren. Als je tussen zijn regels wist te lezen, kon je zijn bruine tanden door de vingers zien.

Lachend vertelde mijn nicht verder, terwijl ik stilletjes geboeid mijn oren spitste. “Je kent Fatima toch? Die eerst met de broodbakker was getrouwd.” In Marokko kennen we naast de broodbakker ook koekjesbakker, pannenkoekenbakker, donutbakker enz.

“Nee niet zij, die met dat plofhaar, met die lippen die je kunnen bedekken als je het koud hebt. Haha, ja zij!” De dames hadden lol en lagen letterlijk over elkaar heen te rollen van het lachen. Zoals gewoonlijk is, was er veel lichamelijk contact. Mijn ene nicht lag met haar hoofd op de schoot van mijn jongste tante, en zo hing iedereen wel een beetje tegen elkaar aan.

Mijn nicht vertelde verder over Fatima:
“Ze woont sinds haar scheiding weer bij haar ouders. Saïd, met dat gebit als de zwarte trap van het gerechtshof, wilde met haar afspreken. God mag weten wat hij in haar zag. Ewa als het melk moet overkoken*, worden mannen blind.”

Vraag me niet hoe, maar de betekenis van al die bedekte termen, kreeg ik jaren later in de gaten.

“Ze had haar moeder verteld dat een vriendin zou langskomen, het was alleen wel zo’n igwaniya (extremist). Zo eentje die gewoon liever niemand wil ontmoeten. Saïd had een niqaab op de markt gehaald en ging ‘s avonds bij haar langs. Ewa Fatima zei dat haar vriendin er was en opende zelf de deur. Ze nam Saïd die tijdens de wandeling naar Fatima’s slaapkamer was getransformeerd in Saïda mee. Ik weet niet hoe hij zijn zwaard had geslepen*, maar hij heeft haar ermee gedaan.
Haar vader was niet op de hoogte van haar bezoek. Toen de arme ouwe terug kwam van de moskee zag hij dat Zaynab niet beneden was om thee te maken. Hij ging naar boven en deed haar kamerdeur open en zag haar geknield op het bed met haar jurk omhoog tot haar billen en hij stond achter haar, met zijn (en weer klonk er gelach) met zijn zwaard door de zak van zijn jurk (hahaha). En zijn niqaab nog op zijn hoofd (hahaha).”
De vrouwen hielden het niet meer.

Het beeld van die twee bezig, gehuld in gewaden, was ook wel hilarisch. Deed ergens denken aan nonnenporno. Was het niet dat ik me meteen zorgen maakte om die meid. Wat zou de vader doen? Wat heeft hij gezien? Hoe liep het verder af? Dus vroeg ik dat.. maar ineens werd ik te jong gevonden. Ik mocht slechts luisteren, en vragen kon ik beter maar niet doen.

Jaren later begreep ik dat die vrouw ternauwernood aan de dood ontkomen is, en ergens in het zuiden leeft of zwerft of prostitueert of .. ach, wie vond dat nu boeiend?

Betekenissen:
* het melk moet overkoken: een man moet ejaculeren.
* zwaard geslepen: klaar voor copulatie.

Categorieën
Opgelucht

Eer..

“Mam, ik ga denk ik dood. Ik bloed heel erg”, zei ik met tranen in m’n ogen en een gesmoorde piepstem tegen mijn moeder. Mijn moeder keek me aan en keek naar de rode vlek op mijn broek. Stilzwijgend liep ze weg en kwam een poos later terug met schone kleren en een voor mij vreemd pakje. Ze keek ernaar, legde het subtiel neer op mijn bed en vertelde dat ik vanaf nu maandverband moest gebruiken. Ik veegde m’n betraande wangen en pakte het pakje maandverband argwanend van m’n bed.

“Always” stond er op de verpakking, toentertijd nog zonder vleugels en 10cm dik. Ik kleedde me uit, liep naar de douche waar ik probeerde te ontdekken wat de bedoeling was. Op goed geluk zou ik het snappen. Ik begreep al snel de dikke luier te plaatsen waar ik bloedde.

Ik kan me de dag als gister herinneren, de paniek, onmacht, onwetendheid, verdriet maar vooral angst wat door m’n lijf gierde. Ik besloot die dag altijd zwart te dragen, want stel dat ik plotseling ongesteld zou worden en iedereen die grote rode plek op mijn broek zou zien.

De volgende dag naar school droeg ik de zwartste kleding die ik maar had. Keek tevreden in de spiegel en stapte, m’n angst onderdrukkend, naar school. Stel dat ik zou doorlekken. Dan zouden de stoelen helemaal vies worden. Als 11-jarige was ik ten einde raad. Ik durfde niemand om advies te vragen.

Mijn moeder hield zich redelijk afzijdig, het enige dat ze zei was: “Je bent nu vrouw. Let op je eer!”
Ik besloot in plaats van één, twee verbanden te dragen. Ik kon er amper mee lopen. Ik voelde een dikke bobbel, vond m’n zwarte trui die over m’n billen kwam, te kort. Dus hield mijn jas aan in de klas.

Ik schaamde me voor m’n menstruatie. Vond het vreselijk. Had geen idee wanneer het kwam en wanneer het verdween. Ik voelde me aan mijn lot overgeleverd. Niemand in mijn klas was al ongesteld, tijdens gym was ik de enige met beginnende borstjes en haartjes. Ik was er heel vroeg bij wat dat betreft.

Niet veel later begon ik te begrijpen wat “eer” betekende. De schoolfeesten werden verboden. Spontaan en dus niet afgesproken opgehaald worden door een jongen uit m’n klas, werd bestraft met een klap en nooit meer schoolfeesten. Als ik bij een jongen achterop reed na werktijd (20u), kreeg ik diezelfde avond alle hoeken van mijn kamer te zien. Wanneer ik een andere route naar huis nam, dan de normale route, werd mijn agenda in beslag genomen en alle kusjes en groetjes van mijn vriendinnen eruit gescheurd. Werden alle posters van jongensbands van m’n muren gerukt en verscheurd.

Eer betekende, mijn vrijheid en privacy inleveren. Niet dat ik die ooit gehad heb, maar ik kreeg er naarmate ik ouder werd steeds meer behoefte aan. Eer betekende, om de meest onbenullige zaken een pak slaag krijgen. Het voelde voor mij als onrecht.

Eer betekende, mijn creativiteit ontwikkelen, altijd mogelijkheden bedenken om m’n vrijheid te kunnen verwerven, en als het uitkwam, altijd liegen, altijd! Het betekende stiekem vriendjes, stiekem alles!

Ik kreeg een grondige hekel aan eer, want ik beschouwde het als onterecht, gewelddadig, manipulerend en atopisch. Daar waar eer “waardevol” moet betekenen, voelde ik me waardeloos. Waar het trots betekende, voelde ik me beschaamd. Nee ik voelde me niet ootmoedig, ik werd juist zéér recalcitrant!

Eervol kun je alleen zijn en voelen als je een ouder hebt die een gids is voor zijn kind, en niet een poortwachter.

Categorieën
Opgelucht

Ontdoeken..

Zo’n dikke anderhalf jaar geleden was het dan zover. Hij ging eraf.

Het begon zo’n 12 jaar geleden. We liepen weer weg uit het MIC waar m’n ex zich had bekeerd en de laatste lessen volgde. Die waren meer voor mij, althans dat voelde zo, dan voor hem. M’n geweten ging knagen, als hij bekeert, kan ik niet achterblijven. Bovendien het is een prachtig symbool van liefde voor Allah.
Buiten vertelde ik dat ik hem ging dragen. De Hoofddoek.

Vol trots heb ik hem gedragen. M’n hart opende zich voor mooie dingen, en m’n oren sloten zich voor slechte geluiden. Mensen konden niet om me heen, ik stond daar. Love me or leave me. En het werd vaak positief beantwoord.

Veelal met: “Maar jij bent anders!” Hier had ik een hekel aan. Wat maakt me anders dan de rest? Dat ik de taal spreek? Ik liet het allemaal van m’n rug, over m’n toen nog kleinere kont afglijden.

Jaren later… M’n overtuiging stond nog overeind! Als een huis. Tot het in één klap inzakte.
Het was niet meer mijn keuze. Ik was er kwaad om geweest. De gebeurtenis staat nog helder op m’n netvlies gebrand.

Ik mocht kiezen. Maar voor mij bestond er geen keuze. De (in mijn geval, religieuze) mens is immers gemaakt voor het paradox. De mens moet vliegen, proeven, ruiken.. anders ben je geen mens, maar een machine. De mens mag falen, het verboden begeren. Om weer terug te komen met: “Je had gelijk, het was een foute keuze.”

Terug naar m’n hoofddoek. Míjn liefde voor het stukje stof keerde ons de rug toe. Ik voelde me steeds meer gevangen. Niet omdat anderen – anderen waren de niet-moslims cq twitteraars, die me liever zonder dan mét zagen – dat zo graag wilden. Ik voelde me klem, m’n brein stuiterde, m’n lichaam werd opstandig, m’n haar werd wild. Ik brandde, gloeide van verlangen de wind te voelen.

Het stukje stof dat strak om mijn hoofd zat, maakte zich steeds losser, en de eerste lokken verschenen. Daarmee ook mijn twijfel, schuldgevoel, onderzekerheid en zo meer.
Richting Amsterdam waaide het doek voor het eerst van m’n hoofd. Eerst voorzichtig bij vrienden thuis, daarna met een groep vrienden bij een café. De groep vrienden negeerden me totaal, want.. ik werd niet herkend. Behalve eentje, en toen volgde de rest.

Om me heen vielen er steeds meer “vrienden” weg, mensen keken de andere kant op. Ik was een slechte vrouw, nu ik koos zonder hoofddoek door het leven te gaan. Een vrouw zei nog, “het is een fase, laat het kort zijn”. Een andere zei: “Jammer, jammer voor jou.” Weer een ander zei: “What have you done?! I’m gonna kill you”

Later ook andere geluiden als… “Dapper van je!” “Ik wou dat ik het durfde.” en “Ik heb hem nu alleen tijdens m’n werk af, maar m’n familie weet het niet.”

De innerlijke strijd is er eentje die ik altijd zal blijven voeren. Ben ervoor in de wieg gelegd. Ben er ook steeds beter in, ik klap inmiddels net zo hard terug. Aan de andere kant, ik voel me vrijer als ooit tevoren.

Dat kan niemand me afnemen.

Categorieën
Opgelucht

.. en toeverlaat!

Sinds lange tijd durf ik me weer te vertonen bij m’n gehoofddoekte vriendinnen. Al moet ik zeggen dat ik ook geen zin had in confrontatie en uitleg. Vrouwen zijn krengen, trutten, bitches, heksen als het gaat om het veroordelen van anderen en allerlei andere zaken.
Maar deze vriendin niet..
Of ik zin had om bij haar te komen lunchen. Het leek ook voor haar een overwinning me weer uit te nodigen. Inmiddels een dochtertje rijker was ze ook druk met zichzelf en de luiers bezig geweest.
Voor ik kon antwoorden, schreeuwden m’n meiden in koor: “Jaaaaaa!!”
Behalve m’n luiheid om wat klaar te maken, vond ik het ook wel weer gezellig. Zij was tot nu altijd de enige geweest waar ik zonder oordeel m’n verhaal mee kon bespreken en andersom.
Op mijn vraag hoe het nu tussen haar en haar moeder ging, antwoordde ze nonchalant dat ze geen last heeft van haar, want ze zat een paar maanden in Marokko. Opeens kregen haar ouders het besef dat al hun moskeegaande vrienden en vriendinnen verdwenen waren. Steeds meer eerste generatie pot haar geld op voor een drie maanden trip naar het zuiden en sommigen overzomeren of overwinteren daar zelfs zes maanden.
Ik zag er goed uit, volgens mijn vriendin. Ik grapte dat het tijd was voor een nieuwe man. Hoewel het niet echt een grap was, want het was zo. Het alleen zijn was fijn, maar de zomer kwam eraan.. en dan tja… Hoewel ik heel lang nog niet toe was aan een nieuwe relatie, en de mannen die op mijn pad kwamen me nog niet genoeg raakten, vond ik het wel goed geweest.
De pijn van het scheiden was echter nog niet over, mijn ex was immers een gouden man met een gouden hart. Hij zei me ooit, dat hij niet begreep dat (vooral Marokkaanse) vrouwen je een beeld voorhouden dat ze helemaal niet blijken te zijn. Ik ben in de loop der jaren zo veranderd dat ik me aangesproken voelde en me geroepen voelde ertegenin te gaan. Een Marokkaans meisje wordt over het algemeen thuis gehouden en pas als ze trouwt mag ze het huis uit. Op zich niets mis mee, maar mensen realiseren zich te weinig dat zo’n vrouw totaal nog niet zelfstandig heeft leren leven. Dit was niet erg, want de man zorgt wel voor haar.
Voor mij werkte het op gegeven moment niet meer. De hunker naar vrijheid en zelf keuzes maken en beslissingen nemen werd te groot. Voor ex-lief waren de veranderingen dusdanig veel dat hij me onbewust in een wurggreep hield, waar ik me uiteindelijk los van wist te wrikken.
Heel pijnlijk, want we hebben lang gevochten om bij elkaar te zijn, nu vocht ik om alleen te zijn.
En dan sta je uiteindelijk alleen voor alles wat op je pad komt, waaronder de grootste verantwoordelijkheid… opvoeding van je kinderen. Voorheen kon ik nog terugvallen, dat is over.
In een eerdere blog is te lezen dat mijn ouders het niet altijd goed hebben gedaan in mijn ogen. Het ontdekken van eigen patronen, dagelijkse analyses en overdenkingen, zelfverbeteringen, nieuwe regels uitproberen, toepassen en veranderen omdat ze toch niet blijken te werken.
Kortom, ik moet het wiel opnieuw uitvinden. Ik kan niet aankloppen bij m’n moeder met de vraag: “Hoe deed jij dat nou vroeger?” Omdat hoe zij het deed, niet is hoe ik het wil doen.
M’n vriendin beaamde dat. Alleen het uitvinden van de wiel viel voor haar wat zwaarder. We spraken af dat we elkaar wat meer zouden steunen, wat meer zouden delen in twijfels en tekortkoming. En er meer voor elkaar zouden zijn…
.. en ik had m’n gehoofddoekte vriendin toch best gemist.
Categorieën
Opgelucht

Rust maar Erikje…

IMG_0727Erikje, verlost van de hel die zijn lichaam was!

Vorig jaar augustus leerde ik je kennen onder deze nickname. Al die cijfers vond ik gek, grappig en vroeg me af wat het betekende. Toen ik je ging volgen, vroeg je me nog:
“Waarom ben jij me eigenlijk gaan volgen?” Om de simpele reden, antwoordde ik, nieuwsgierigheid naar je nick.

Hieruit vloeide een mooie vriendschap, waarbij je me heel veel vertelde over je dagelijkse shit. We hielden elkaar een beetje staande in die shitperiode. Zodra mijn msn aanstond, stapte je binnen om te groeten. En dan konden we urenlang lullen..

Je was echt heel erg lief, maar damn wat kon je koppig zijn. Je was een
plaagkop, had humor, maar damn wat had je een zwaar leven.

Eind december kwam eraan. Ik wist van je angst voor vuurwerk, en bood je aan oud en nieuw hier door te brengen. Je sprak aan één stuk door die avond. Maar we hebben ook erg gelachen. Soms verstond ik je niet, omdat een deel van je tong verwijderd was. Ik kon me voorstellen dat het vermoeiend was om steeds te herhalen wat je zei.. dus ik concentreerde me.

IMG_0721Maart dit jaar lieve Erikje kwam je weer op m’n msn. Opnieuw een conflict en je dingen. Maar het werd me teveel. De combinatie van mn eigen stress, scheiding, verdriet, verwerken, kinderen, werkloos (je wist het) en jouw verhalen, trok ik even niet meer. Dus vertelde ik je dat ik even afstand van je nam.

Tot ik begreep dat je in 020 was. Ik sprak af met Bas en GU en kwam jouw kant op. Je zei me: “Don’t worry, ik hou toch nog steeds van je.” Zoals je ook lief tegen Bas zei dat je van hem hield..

Erik.. ik zag je vorige week nog en schrok. Het vrat je op.. Ik wist toen: Dit gaat snel gebeuren!Capture17_57_56

Ik vroeg of ik je mocht knuffelen, je stond speciaal voor me op uit bed en we hebben elkaar minutenlang vastgehouden.

Ik wist dat dát onze afscheid was Erikje.. En hopen dat je je dood nog een weekje had mogen uitstellen is puur egoïsme. Je hebt nu rust! Rust maar zacht lieve vriend..

Categorieën
Opgelucht

vastberaden en onbuigzaam

Alle eerdere pogingen waren waardeloos. Waarvoor .. en vooral voor wie .. en waarom, allemaal vragen. De motivatie was er wel, maar half.
Ik heb het over afvallen. Elke vrouw is ontevreden over haar gewicht, uiterlijk of whatever. Ben je dun, dan wil je dunner zijn. Heb je donkerblond haar, dan wil blond. Heb je krullen, dan wil je stijl. Heb je grote borsten, dan wil je grotere.
De afgelopen jaren heb ik regelmatig geworsteld met m’n gewicht. Als ik in een “fuck-it” fase zat, kon het niet schelen dat ik een buikje en dikke kont had. Dan zat de kleding maar iets strakker. En als ik in een “oh-damn” fase zat, dan werd alles weer wijder. Meestal kwamen de “oh-damn” fases na een dagje winkelen.
Op dat vlak ben ik wel echt een vrouw, niets stond mooi, alles zat strak, grote maten zaten als een vuilniszak om je heen. Dan kwam ik gedeprimeerd thuis en troostte ik mezelf met een reep chocola. Niet om nóg dikker te worden.. neen, het is wetenschappelijk aangetoond dat er vrolijkheidsstofjes zitten in chocola. En daar was ik levend bewijs van.
Tot ik een keer in de spiegel keek.. en de details zal ik jullie besparen.
Ik ben toen in rehab gegaan.. choco-rehab. Ik stond het mezelf alleen toe tijdens de maandstonden. In die periode ben ik 15kg afgevallen. Alleen door het stoppen met chocola (en chips).
Dat was goed, voelde goed, en nu moet ik verder. In een gesprek met een goede vriend werd me ineens duidelijk dat ik niet het afvallen als doel moest hebben, maar het fit zijn. Afvallen is dan een mooi bijkomstigheid, hoewel ik stiekem toch wel op de weegschaal ga staan en concludeer dat er nog eens 7kg eraf is. Maar daar viel voor mij het kwartje.
Het fit zijn, voor mezelf en voor m’n meiden. Geen ziekte, vermoeidheid, lusteloosheid..
Dit heeft ertoe geleid dat ik ons had opgegeven voor de avondvierdaagse via school.
De meiden waren de eerste dag zo kapot. M’n oudste wilde opgetild worden, de jongste trok het nog redelijk. “IK kan het niet!!” Riep m’n oudste steeds..
Ik nam haar bij me, en legde haar uit: “Ik kan het niet, bestaat niet als je het niet 100x hebt geprobeerd. Ik GELOOF ik jou! Jij kan alles, als je maar doorzet!”
De dagen daarna liep ze alsof ze nooit anders had gedaan. Elke avond pepte ik ze op beide op met complimenten over hun kunnen, mijn vertrouwen erin, en een fijne voet- en beenmassage. Ze deden het!
M’n oudste wil graag haar zwemdiploma halen, maar durft niet onder water te zwemmen door het gat. Terwijl ze dit 1x wél heeft gedaan. Hier ligt nog een mooie uitdaging voor ons beide in.
Tegenwoordig maak ik veel km’s al wandelend. Ik wil boven mezelf uitstijgen.. mezelf overtreffen, excederen, verbazen, verbeteren, en dan uiteindelijk de Nijmegen4daagse meelopen, volgend jaar!
Dit is al jaren een wens, en nu gaat het gebeuren. Ik ben vastberaden en onbuigzaam, zonder door te slaan. Voor mezelf.. maar vooral voor m’n meiden!
Categorieën
Opgelucht

Lyrics Din Din Wo (Little Child) by Habib Koite and Bamada

din din wo
in na bemale
di din wo
in na bemale
natata ki laya
guilando sin makula
natatamanoiatolá lanoia sin máckula
natatamadeipó adesso sin lanina
natatakiláya guilando sin lanina
eh eh eh eh ehhhhhhhh
eh eh eh eh eh eh eh eh ehhhhhhhhhhhhhhhh

din din wo
kume tufá?
toku umeruna ina
inameru numa laya
anemeru in sassá

din din wo
in na bemale
din din wo
in na bemale
natatamanoiatolá lanoia sin máckula
natatamadeipó adesso sin lanina
natatakiláya guilando sin lanina

eh eh eh eh ehhhhhhhh
eh eh eh eh eh ehhhhhhhhhhhhhhhh

Categorieën
Opgelucht

Pieter Jan

Langzaam komt het besef.. Eerst hoop je op een wonder. Dan hoop je op een belachelijke grap. Dat PieterJan me ineens whatsappt met: “Taraa had ik jullie toch even beet.”

We mailden, belden, whatsappten, pingchatten, chatten regelmatig over en weer, waarbij we spraken over wat ons bezig hield en hoe de toekomst eruit ging zien. Over twijfels, gevoelens en nog meer. Zijn voorliefde voor culturen, religies, en alles wat ons als mensen kon binden, bracht ons op veel momenten dicht bij elkaar.Hij was een trotse peetoom, #peetPJ zoals hij het zelf noemde, voor C. (zoontje van Kim). Heeft me verschillende prachtige foto’s gestuurd van hem en het mooie kleine mannetje.
Er was altijd diepgang met PieterJan. Eén van zijn mailtjes ondertekende hij mooi en gek genoeg met:

“I do not fear death, for I was fortunate to have been born in the first place. This life is a gift, and was ever really mine at all.”

Zojuist kijk ik even op mijn gmail en… Pieter Jan staat online. Op twitter zie ik tweeps met vage spasmes omdat vanaf zijn account “Hoi” zou zijn gezegd.
Pieter Jan

In de veronderstelling dat het zijn familie kon betreffen, condoleer ik de persoon die achter zijn computer zit met het overlijden van een dierbare. Geen antwoord.. En stiekem, stiekem hoopte ik dat Pieter Jan zou reageren. “Fadwa, het is al goed, be happy en leef je leven”, zoals hij ooit eens tegen me zei.

Hierboven zie je een deel van het verhaal wat hij me op mijn verjaardag vorig jaar stuurde. Het hele verhaal gaat als volgt:

“Er waren twee hechte vrienden. De ene was erg slim, spontaan en actief. De andere was erg naief, rechtschapen en stil. Op een dag gaat de slimme jongen naar zijn vriend om te vertellen dat het slecht gaat met zijn zaken en wil geld van hem lenen. Zijn vriend geeft hem al zijn geld. Met dit geld maakte hij zijn zaken weer in orde.

Na een tijd gaat de slimme jongen weer naar zijn (inmiddels verloofde) vriend en zegt tegen hem dat hij zijn verloofde heel leuk vind en zelf met haar wil trouwen. Zijn vriend is heel verbaasd en weet niet wat hij moet zeggen. Er was echter zo een sterke band tussen de twee vrienden dat hij gewoon geen nee kon zeggen en geeft zijn verloofde aan zijn vriend.

Na een tijd gaat het slecht met de zaken van de naieve jongen en hij denkt gelijk aan zijn vriend (met de gedachte: ik heb hem geholpen toen hij het moeilijk had). Hij gaat naar het bedrijf van zijn vriend en vraagt om werk. Zijn vriend geeft hem geen werk. De naieve jongen gaat met spijt en verdriet terug, maar is nog steeds niet boos op zijn vriend. Op een dag komt er op straat een zieke en oude man naar hem toe. Hij zegt dat hij geen geld heeft voor medicijnen. De jongen heeft medelijden en koopt medicijnen voor de oude man. Na een korte tijd krijgt hij te horen dat de oude man overleden is. De oude man blijkt erg rijk geweest te zijn en schenkt zijn hele erfenis aan de naieve jongen. De jongen is nu rijk en koopt een huis tegenover het bedrijf van zijn vriend.

Op een dag belt een bedelaarster aan bij de jongen. De oude vrouw zegt dat ze honger heeft en wilt eten. De jongen neemt haar zonder te twijfelen naar binnen en geeft haar te eten. Hij krijgt te horen dat de vrouw niemand heeft en vertelt dat hij zelf ook eenzaam is. Hij besluit om haar in zijn huis te laten wonen in ruil dat zij het huishouden doet en eten voor hem maakt. De oude vrouw accepteert dit gelijk.

Op een dag zegt de vrouw tegen de naieve jongen dat hij een geschikte vrouw voor zichzelf moet vinden om mee te trouwen. De jongen zegt: waar vind ik zo een vrouw? Ik ken geen geschikte vrouw. De oude vrouw zegt dat zij wel een geschikte vrouw kent en dat ze hem met haar wil laten kennismaken.

Na de ontmoeting met de vrouw besluiten de twee te gaan trouwen en de bruiloftsuitnodigingen worden gedrukt. De jongen nodigt zijn vriend toch uit ondanks dat hij gekwetst is. De dag van de bruiloft breekt aan. De naieve man pakt de microfoon omdat hij wat wil zeggen tegen de gasten. “Ik had ooit een vriend waar ik veel van hield. Op een dag wilde hij geld van mij lenen omdat het slecht ging met zijn zaken. Ik heb hem al mijn geld gegeven. Ik stond op het punt om te trouwen, maar hij vertelde dat hij mijn verloofde zo leuk vond en zelf met haar wilde trouwen. Met veel verdriet heb ik haar toch aan hem gegeven, omdat wij goede vrienden waren en ik hem niet wilde teleurstellen. Toen het slecht met MIJN zaken ging, ging ik naar zijn bedrijf en vroeg om werk. Hij gaf me geen werk. Ik was erg verdrietig, maar ik werd niet boos op hem, omdat we ECHTE vrienden waren.”

Na de toespraak kan de andere jongen er niet meer tegen. Hij pakt de microfoon en begint te praten: “Ik had ook een vriend waar ik veel van hield Toen het slecht ging met mijn zaken vroeg ik geld aan hem, en hij gaf al zijn geld aan mij. Daarna vroeg ik hem om zijn verloofde, en met veel verdriet gaf hij haar aan mij. De reden dat ik zelf met haar wilde trouwen, was omdat ze niet geschikt was voor mijn vriend (ze was een prostituee). Omdat mijn vriend erg naief is en niet zou merken dat ze een prostituee was, heb ik er op deze manier voor gezorgd dat die twee niet met elkaar zouden trouwen. Toen het slecht met zijn zaken ging, kwam hij naar mij toe en vroeg om werk. Omdat ik mijn vriend (moreel) niet onder mijn leiding kon laten werken heb ik hem geen werk gegeven. De oude man die hij op een dag tegenkwam was mijn vader. Hij stond op het punt te sterven. IK heb hem naar mijn vriend gestuurd en IK heb gezorgd dat hij die erfenis kreeg. De bedelaarster die aan zijn deur kwam was mijn moeder. Ik had haar gestuurd omdat ik wilde dat er goed voor mijn vriend gezorgd zou worden. Het meisje waarmee hij nu mee gaat trouwen is mijn zusje. Ik wilde zelf dat zij met hem zou trouwen omdat hij mijn vriend is.”

En zoals Pieter Jan altijd ondertekende met:

“Historians exercise great power and some of them know it. They recreate the past, changing it to fit their own interpretations. Thus, they change the future as well.”
Leto II, His Voice, from Dar-es-Balat

De moraal van het verhaal zal bij een ieder anders liggen. Voor mij betekende het: je weet nooit waar dingen en zaken goed voor zijn. Wees altijd dankbaar voor wat je krijgt of overkomt, ook al is het niet altijd leuk. Omdat het misschien uiteindelijk ook goed voor je kan zijn.

Het is een les die ik kende, maar door omstandigheden vergeten was. En Pieter Jan opende mijn ogen weer.. Zoals hij dat bij meerdere kon doen…

Met dit liedje heeft PJ me laten lachen en dansen, en huilen.. en weer lachen:

http://www.youtube.com/watch?v=bI_giOX1Vhs (link)

Ik kende Pieter Jan als mooi, lief, betrokken, open, warm persoon … en zo zal ik hem altijd blijven herinneren…

Categorieën
Opgelucht

Vaders en overgang…

Ik was er bang voor..

Stel we gaan uit elkaar, hoe zouden onze meiden daarmee omgaan? Zouden ze zich schuldig voelen? Zouden ze erg verdrietig zijn? Zouden ze ons tegen mekaar uitspelen?
Toen ik besloot te scheiden, hebben mijn ex en ik het vrijwel direct aan de meiden vertelt. “Mama en papa vinden elkaar nog wel lief, maar we zijn niet meer verliefd. Dus papa gaat ergens anders wonen en mama blijft hier. Jullie krijgen dan 2 huizen.”
“Maar waar gaan we dan wonen? Ik wil hier blijven mam!” zei de jongste.
De oudste bleef stil.
Nu een paar maanden verder, gaat het goed. M’n ex heeft een mooi plekje. De meiden hebben een mooie eigen kamer met hun droombedje. Ze hebben een lieve vader die van ze houdt en een lieve stiefmoeder erbij die ze graag mogen. En die ik ook graag mag, omdat m’n ex en onze meiden haar mogen.
Aan de meiden merk ik geen schuldgevoel, is ook nergens voor nodig. Dit is een volwassenmensenbeslissing waar kinderen los van staan.
De communicatie met m’n ex krijgt een andere vorm, waar ik erg aan moet wennen. Het is allemaal een proces die tot nu toe alhamdolilah (godzijdank) lijkt goed te gaan.
De meiden gaan donderdag met hun vader mee: “Mam ga je me missen? Ja? Oww liefurttt ik ga je ook missen” En dan zitten we te knuffelen en kussen. Maar als ze zondag terugkomen willen ze eigenlijk bij papa zijn.
In het begin moest ik vechten tegen mijn idiote gevoel van afgewezen voelen. Angst dat mijn meiden liever niet meer bij mij wilden zijn maar bij papa. Of dat de ene ouder liever vinden dan de ander. Moest mezelf ook even buiten hun oogjes om vermannen. Tranen drogen en weten, het zijn kinderen en ze hebben ook hun verwerkingsproces. Het is niet goed of fout.. het is zoals het is.
De rust lijkt terug te keren. Waar ze in het begin ’s avonds huilden omdat hun vader niet terug zou komen, tellen ze nu de nachten af, en tel ik mee… voor ze weer naar hun lieve papa mogen. Ze hebben een mobieltje gekregen van hun vader, zodat ze anytime kunnen bellen. Ze hebben afgesproken dat ze de foon één of twee keer over laten gaan, dan belt hij terug. Dan zitten ze gespannen met het mobieltje in hand af te wachten tot hij terugbelt. En als hij niet terugbelt, vertel ik ze dat pap even iets moet doen voor z’n werk, en ze straks terugbelt. Dat ze de foon maar even op tafel moeten leggen, hij belt zo wel terug. En als hij belt rent de jongste naar de tafel fluisterend: “papa papa papa papa” Het liefst gilde ze het uit van vreugde. Maar roept hem dan wel tot verantwoordelijkheid: “Pap, ik heb je gebeld, waarom belde je niet meteen terug?”
Nu vragen ze me bij elk contact dat ik met een man heb, buschauffeur, winkelbediende, vader in het zwembad: “Mama ben je op hem verliefd??” En steeds moet ik zeggen dat dit niet zo is.
“Mam, wanneer word jij weer verliefd dan?”
“Ik wil op de juiste meneer verliefd worden lieverd, iemand die jullie ook lief zal gaan vinden en die jullie ook lief moeten gaan vinden.” Ik geloof in een soort perfectionisme.. hoewel dat onmogelijk is, en dat weet ik natuurlijk wel, maar óm mijn kinderen laat ik weinig mannen toe in m’n leven.