Categorieën
Gedichten

Het randje

Mijn wil drijft me te leven tegen de grens.
Mijn hart brengt me naar de randen.

Categorieën
Familie Teksten

10 jaar geleden

Na lang tobben, besloot ik toch te gaan. Simpel omdat ik geen mogelijkheid zag op een ander tijdstip zijn grafje te bezoeken.

Categorieën
Familie Teksten Voordrachten

“Mijn omaatje” voordracht op ‘Oorsmeer’ (2012)

Voordracht op ‘Oorsmeer’ in Rotterdam.
Bekijk ook de volledige tekst.

http://www.youtube.com/watch?v=hGxBorOus50

Categorieën
Familie Teksten Voordrachten

Mijn omaatje

Het blog ‘Mijn omaatje’ werd 12 maart Blogparel 2012- winnaar!

“Dinsdag 12 maart werd op het Blogbal de winnaar bekend gemaakt van “Een soort van Blogparel 2012”. Een glansrijke winnaar zelfs, want het verhaal won zowel de besloten stemronde als de publieksronde. Berend Quest, de organisator van “Een soort van Blogparel” vertelde dat het bijna niet anders kon, omdat maar liefst twintig inzenders het winnende blog hadden aangemeld.

Het winnende blog van de Soort van Blogparel 2012 is geworden: Mijn omaatje van Amoorah. Ze was aanwezig en droeg het verhaal voor aan een aandachtig luisterend publiek.”

Als we na drie hele dagen, suf, vermoeid en stinkend kwamen aanrijden in mijn ouders Volkswagen Transporter, stond m’n omaatje er al. Ze stond voor het raam te gluren om te zien of ze het geluid van onze oververhitte bus goed had geïnterpreteerd. Het busje reed langzaam over het hobbelige zandweggetje terwijl de kinderen uit de buurt er achter aan renden. Het was een hele happening..

Mijn omaatje…

Ze was 1,50 m. groot, ze kwam net bij m’n toen nog minimale borsten. Ze was klein, fragiel. Haar dunne pikzwarte haren lagen gedrapeerd in een scheiding op haar hoofd. Daar bovenop droeg ze een hoofddoek naar achter geknoopt. De zomen van haar traditionele jurk buitenom dubbelgevouwen in haar riem. Hierdoor was haar witte pofbroek zichtbaar. Haar mouwen omhoog gehouden, door een lange elastiek waarvan de uiteinden aan elkaar vastgeknoopt; het vormde een cirkel. De ene kant van het elastiek embrasseerde de gerimpelde huid van haar frêle armpjes, waardoor haar mouw omhoog bleef. De rest van de elastiek vormde een kruis op haar rug en omstrengelde ook haar andere arm.
Haar ingevallen ogen keken zorgelijk en tegelijkertijd zorgeloos.

Haar lieve stralende glimlach was eindeloos. Ik kon er geen genoeg van krijgen. Als ik haar glimlach in een flesje kon vereeuwigen, zou ik het als mentale voeding gebruiken om mijn geluk te behouden. Maar dit is een ontzettend egoïstische gedachtegang. Ik denk dat ik honderden, zo niet duizenden mensen er gelukkig mee zou hebben gemaakt, als ik het niet voor mezelf had willen houden.

In mijn jongere jaren vloog ik m’n omaatje in de armen. Ze zoende me over m’n hele gezicht en liet geen gras groeien over haar blijdschap dat we er weer waren. Later kuste ik haar voorhoofd. Deze traditie ben ik blijven houden tot ze er niet meer was, al moest ik steeds verder naar beneden buigen.

Mijn omaatje vermaande mijn moeder goed voor haar man te zorgen. Een warm badje te halen voor zijn voeten, zodat hij op de meest verwennende manier kon bijkomen van de reis. M’n moeder lachte dat terecht weg. Immers, wie ontbijt op bed wil, moet maar in de keuken slapen! Gek omaatje!

Mijn omaatje had 12 kinderen. Zes in de hemel en zes op aarde. Als ze erover vertelde, voelde ik haar pijn en verdriet. Ze is van alle kinderen zelf bevallen. In die tijd bestond er nog geen kraamhulp, laat staan vroedvrouwen. Daarnaast was ze redelijk geïsoleerd. Ze wilde weinig van de boze buitenwereld weten. Waarschijnlijk gebeurde dit met alle tevredenheid van opa. Ze sloeg een groot laken over een balk aan het plafond en hangend aan dat laken schonk ze al haar kinderen het leven. Ze was een tough woman!

Mijn omaatje trouwde op haar twaalfde en beviel van m’n oudste tante. Haar tweede huwelijk was met mijn opa op haar veertiende. Mijn strenge opa die weinig duldde. Zo ging dat toen!
Je trouwde jong.

Het leven tekende haar gezicht. Elk fijn lijntje had een betekenis. Elk rimpeltje op haar mooie gezicht vertelde een verhaal. God, wat moet mijn omaatje intens verdrietige momenten hebben gekend. Ze streelde mijn gezicht en schudde haar hoofd. “Nee, mijn kind!”, zei ze geruststellend. “Allah voorziet in alles. Allah veegt mijn tranen af en Allah geeft me waar ik recht op heb. En ik, mijn kind, ben daar dankbaar voor.”

Als ik daar was, zorgde ik voor haar. Al ging mijn interesse soms naar de leuke jongens op de hoek van de straat. Mijn omaatje vertrouwde mij haar portemonnee toe. Omdat haar eigen zoon haar bestal. Ze vertelde me over een groot deel van haar leven.
Ik vroeg haar weleens waarom ze altijd bij opa is gebleven. Ze vertelde me dat hij haar hoofd kuste. Hij lieve koosnaampjes voor haar had verzonnen. Hij haar nooit met geldzorgen opzadelde. Hij altijd goed voor het gezin heeft gezorgd. Hij altijd boodschappen haalde en haar er nooit mee belastte. Ze vertelde me dat zij en opa een geheim taaltje hadden verzonnen, om zaken die niet voor andermans oren bestemd waren, te bespreken. Ik vroeg haar om me dat te leren. Het waren de normale Marokkaanse woorden die we gebruikten, maar dan achterstevoren. En dan hele zinnen. Hele verhalen. Ze hadden hun eigen taaltje. Ik herinner me de klank nog, maar ik kon het toen nog niet plaatsen.

Mijn omaatje waarschuwde me voor mannen. Ze was de eerste en enige die m’n toenmalige liefde, mijn Surinaamse ex, goedkeurde. Ze gaf me gevraagd en ongevraagd advies over het leven. Ze smeekte me mijn hoofddoek af te doen, omdat ik daar nog te jong voor was. Daar waar anderen zich zouden afkeren van andersdenkenden en andersuitzienden, communiceerde mijn omaatje met handen en voeten met de Surinaamse oma van mijn ex. Ze gaf haar een kussentje zodat lekker languit op de bank kon liggen. Vouwde haar handen op elkaar onder haar hoofd. “Ga lekker liggen” zei ze dan in het Marokkaans. De oude dames begrepen elkaar. Taal is slechts het instrument, het lichaam en de vriendelijkheid zijn de verheven spelers.

Mijn omaatje wilde dolgraag dat ik een kind kreeg. “Ik wil hem heel graag zien!” zei ze dan enthousiast. Toen ik zwanger was, belde ik mijn omaatje op. Ik moest en zou naar Marokko gaan, zodat ze hem kon zien. Nog even wachten, lief omaatje. Na de bevalling! Na de bevalling breng ik je mijn kind. Ze gaf me hoop. Ik moest me geen zorgen maken. Het zou allemaal goed komen.
Vandaag is mijn omaatje precies 10 jaar geleden overleden. Mijn zoontje overleed zes dagen later.

Mijn omaatje leerde mij om te dragen wat me toekomt. Ze leerde me om te accepteren, omdat Allah in alles voorziet. Niet getreurd!
Mijn omaatje was met haar 1,50 m. een universeel symbool voor hoop.

Categorieën
Opgelucht

Carpe Diem

Het was een routinedag. Om 7u opstaan, alle zorg voor de meisjes in goede banen leiden. En ze vooral veel zelfstandig laten doen. Me ergeren als er conflicten ontstaan over kleding. Me ergeren aan kleine ruzietjes tussen de meisjes om iets (voor mij) onbenulligs, maar voor hen van levensbelang… zaken zoals van wie de Barbieschoentjes zijn.

Het gebeurt allemaal in de, soms nogal stormachtige, ochtenden. Daarna breng ik de meisjes opgelucht naar school. Even geen gezeur, geen gedram, energie sparen voor een dag in de winkel.
Soms lastige klanten, waarbij je met de grootste hartelijke glimlach iemand moet blijven bedienen.
Soms leugenachtige klanten die bij hoog en laag beweren dat hun product maar 9mnd oud is, en niet 2jr, zoals in de computer staat. En dus recht hebben op garantie.
Mn lieve collega en ik lachen het weg. Voorheen aten we het ook weg, want voer verbond ons, maar nu willen we allebei opletten op wat we naar binnen krijgen. Dus blijft het weglachen over. Hoewel we pas een moment van zwakte hadden waarin we ons sterk hielden. In plaats van een hele Turkse pizza, deelden we er eentje. Met lekker veel knoflook. En daar kwam die vriendelijke man de winkel binnen. Hij wenste ons ‘eet smakelijk’ waarop we tegelijk met volle mond ‘dank U’ antwoordden.
Ik rende naar de keuken, waste m’n handen, en kwam met m’n knoflookbek terug. Niet een al te grote glimlach, anders zou er nog iets tussen m’n tanden zitten. De bril voor zijn kind was klaar. In een vlaag van maatschappelijk werkster die ik nog steeds ben, vroeg ik door op zijn kind. Er was iets mee, dat hoorde ik aan zijn stem en maakte ik uit zijn opmerking.
Drie kwartier herinnerde ik me een oud wijsheid: Leef alsof je nog een heel leven voor je hebt, maar leef je dag alsof het je laatste is. Oftewel: Carpe Diem, zoals die man het zei. En waarom maken we ons druk om zaken die er niet altijd toedoen. En er zijn ergere dingen in de wereld.
Natuurlijk is leed nooit vergelijkbaar. Maar toch…
De man vertelde het bijzondere verhaal over zijn zoontje die op 3jarige leeftijd leukemie kreeg.
Hij vertelde, mede door ons doorvragen, over het leven sindsdien, wat het in hem en hoe het hem heeft veranderd. Nu, 3jr later is zijn zoontje genezen verklaard. Maar staat nog onder controle uiteraard.
Zijn verhaal bleef me bij. Het zal je maar overkomen dat je 3jr lang in angst zit dat je kind mogelijk aan het sterven is. En dat gebeurt nog veel in Nederland.
De man liep weg… Carpe Diem.. Hij genoot.. vanmiddag zou hij zijn zoontje weer een beetje loslaten.
Door de drukte in de winkel ebden mijn gedachte over de man langzaam weg. Het werd rustig en er kwam een oudere dame binnen. Of we een boek van haar wilden kopen. Weerstand kwam als een automatisme op. Ze begon te vertellen:
Haar kleindochter heeft een boek ‘gemaakt’. Ze had 2 kinderen in haar omgeving verloren aan kanker. En besloot een verhaal te schrijven erover. Ze vroeg haar klasgenootjes van groep 8 of ze ook een verhaal over hun ervaring wilden schrijven. Het meisje, Demi Brama die 11jr is, heeft wat sponsoren gezocht en heeft alle verhalen van de kinderen verzameld en samengevoegd.
Zo is dit boek ontstaan.
SAMSUNG
Dit boekje kost maar 9 euro. En alle opbrengst gaat Stichting Kinderen Kankervrij, Stichting KiKa dus.

Ik ben zelf niet zo van het aandacht vragen op deze manier. Maar ik doe het toch.

Ik heb er één gekocht! Heb jij interesse in één boekje of meer mail me dan s.v.p. op fadwakartoubi@gmail.com.

Categorieën
Opgelucht

Hoog bezoek

Ik hoorde het getik van de regen op de ramen van mijn slaapkamer. Zacht en gemoedelijk. Het was stil in huis. Opvallend stil. Ik was even uit mijn bed gekropen om te plassen, en kwam er beneden achter dat mijn ouders opnieuw niet thuis waren. Vaak gingen ze weg, op bezoek bij kennissen. Ik was er inmiddels aan gewend geraakt. Dan bleef ik wakker tot ze thuiskwamen. Stel dat er iets zou gebeuren, een inbreker, of er zou brand ontstaan, terwijl m’n broertjes en zusjes sliepen. Ik kon het dan niet laten op de bank door een kleine opening in de gordijn naar buiten te gluren. Eindeloos, tot ze weer thuiskwamen. Dan rende ik vliegensvlug naar boven. Dit hoefde niet meer. Gelukkig?

Ik vroeg het me af. Zo blij was ik niet met zijn komst. In het begin moest ik wennen aan zijn aanwezigheid. Hij, mijn oom, was wel aardig, nam ons mee naar een speeltuin. Soms gaf hij een gulden, dan mochten we een chocoladereep halen.

Na 2 maanden bij ons thuis, sprak hij weer vloeiend Nederlands, hij had een paar jaar geleden ook in Nederland gewoond. Ik zat regelmatig bij hem op zolder, ik zat in de pubertijd en was nieuwsgierig naar zijn bezigheden en verhalen. “Die vrouwtjes willen me, en ik ben heel goed!”, wist hij me te vertellen. Waar hij goed in was, moest ik naar gissen.

“Waarom ben je eigenlijk naar Nederland gekomen? Hoe verdien je je geld als je geen werk hebt?”, vroeg ik geïnteresseerd. Hij kon mij dan glimlachend geruststellen dat hij kwam voor de papieren. “Trouwen met een “mooi blond wijfie”, lekker [hij maakte een onbegrijpelijk klapgebaar met z’n handen] en als ik m’n papieren heb, weer scheiden”. Ik knikte dan half begrijpend.

Hij nam me steeds meer in bescherming tegen m’n ouders. Als ik weer tien minuten te laat thuiskwam, verzon hij een excuus. “Laat haar, ze moest nog wat doen op school. Ja ik ben al gaan controleren,” zei hij dan. Ik was verbaasd over hoe mijn ouders smolten onder zijn handen, maar tegelijkertijd kwam het mij goed uit en maakte ik er gebruik van. Ik had een bondgenoot, en hij zou me niet verraden. Ik kon nu veel meer doen, had meer vrijheid.

Op de zolder, draaide hij muziek en rookte hij met het raam open. Het stonk! Ik vroeg of alle sigaretten zo stonken. Dat was niet het geval en bood me een Marlboro sigaret aan. Ik stamelde dat ik niet rook, maar hij drong erop aan. Beloofde me niets te zullen vertellen aan mijn ouders: “Hier probeer maar. Voor deze [en hij wees naar de joint tussen zijn vingers] ben je nog te jong.” Mijn eerste sigaret ging gepaard met een uren- zoniet dagenlange hoestbui. Maar ik moest en zou roken, het was immers stoer en het mocht van mijn oom.

De volgende dag moest ik naar school. Ik had een hekel aan school, werd gepest door klasgenoten en zelfs een leraar stak zijn afkeer jegens allochtonen niet onder stoelen en tafels. “Palmbomen zie je hier ook weleens, maar die horen niet hier, net als jij!” zei de leraar Engels me op een dag. Tijdens mijn schoolpauze werd ik door een groepje meegevraagd naar het parkje bij ons in de buurt. We zouden een uur spijbelen, die rotzak van Engels zou ons toch niet missen.

Ik ging mee, bietste een peuk en dronk een slok bier, en kotste m’n avondmaal eruit.. Ik voelde me vrij, blij en stoer dat ik dit met m’n vrienden mocht meemaken. We lachten om elkaar, en zij lachten om mij. Ik had gezworen nooit meer bier te drinken. Het was gezellig, de zon scheen en de eendjes kwaakten in de vijver. Opeens voelde ik een hand op m’n schouder. Het was m’n oom. Voor ik maar iets kon zeggen voelde ik een harde klap in m’n gezicht.

De klap was zo hard, dat de afdruk van zijn vingers op mijn wang dagen daarna nog opgezwollen was. Ik moest meteen meekomen. Meisjes mogen niet als slettebakken met jongens in het parkje hangen. Een net meisje zoals ik moest thuiskomen als ik vrij was. Anders zou ik de eer van de familie bezoedelen. Het werd me duidelijk dat ik alleen vrijheid kreeg als hij me die gaf, niet als ík die nam. Die avond maakte hij het goed. Het speet hem, gaf me geld om de volgende dag nieuwe jeans te kopen. Hij loog tegen mijn ouders dat ik iets voor hem moest halen. Ik mocht immers niet zelf winkelen, wat wel begrijpelijk was op mijn jonge leeftijd.

Die bewuste avond liep ik naar beneden om te plassen, mijn ouders waren weer weg, naar vrienden. Ik liep de woonkamer in en op dat moment zapte mijn oom snel weg. In de overtuiging een fractie van mijn lievelingsclip te hebben gezien, vroeg ik hem terug te zappen.

Dit deed hij. Na een paar minuten drong het tot me door. Ik stond aan de grond genageld. Mijn hart sloeg over om vervolgens tot in mijn haarpuntjes te roezen… toen ik zag dat een naakte man en vrouw, bizarre bewegingen maakten. Voor mijn gevoel keek ik minutenlang. Zij zat op haar knieën en hij duwde met zijn hand tegen haar achterhoofd. Alsof het niet diep genoeg was. Ik voelde me ineens misselijk en betrapt toen het besef kwam, dat ik dit eigenlijk niet mocht zien. En ik rende naar boven…

Categorieën
Opgelucht

In stilte bemind

Wervelstorm, overstroming onderdrukt
Een zoete zucht die smaakt
Als van een briesje in een woestijn
De tijdlijn van het buitenleven
Als een drukke vrijdagsmoskee

In de diepte van de nacht
De donkerte met een vochtige glans
De stilte van elkaars adem
Ingehouden als in een oerknal
beminnen wij elkaar…

In stilte bemind

Categorieën
Opgelucht

13 tips voor vrijgezelle vrouwen

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 13 14

Categorieën
Opgelucht

Haar ogen, oh Allah die lippen. Ik kijk haar even diep in haar ogen aan, kijken of de interesse wederzijds is. Oh ze keek, ze wil me.

Categorieën
Opgelucht

Het land van opa

Elk zomer leek het feest. We reisden duizenden kilometers af naar het zuiden. Het mooie warme zuiden. De palmbomen verwelkomden ons met flamboyante gezwaai. De geur van het land van vele kleuren doet alle zintuigen prikkelen. De mensen zijn er vriendelijker, het eten is lekkerder, de huizen mooier. Het land van opa…

Opa was een zelfverzekerde trotse man. Breed en groot van vorm, én, had ik ooit in al mijn onbevlektheid per ongeluk ontdekt, enorm. Die avond liep ik naar de badkamer om, zoals mijn gewoonte was elke avond, mezelf intiem te wassen en mijn tanden te poetsen. Toen ik zag dat de badkamer op slot was, wat ongewoon was rond dat tijdstip, kon ik het niet laten door de sleutelgat te gluren.

Het was een dermate traumatische ervaring, dat opa nooit meer hetzelfde werd. Ik was al best angstig voor zijn forse figuur, zijn harde stem, het geluid van zijn slepende sandalen als hij liep. Met deze bijkomstigheid durfde ik hem geen knuffel meer te geven, laat staan op zijn schoot te zitten..

Het huis waar we gedurende de vakantie verbleven was van mijn opa. Een prachtig huis, voor Nederlandse begrippen een gigantische villa!

Opa vertelde me altijd trots hoe hij jaar na jaar, steen voor steen, cent voor cent, eigenhandig erin had gestopt om het te krijgen wat het nu is geworden. En het was prachtig. De buitenkant oogde simpel, zoals gewoon was, wit geverfd met een blauwe onderrand. Maar binnen leek het een paleis.

In de ochtend rook je de geur van versgebakken brood en heerlijke traditionele pannenkoeken. In de middag rook het naar bloemen. Mijn tantes, nichten en oma maakten dagelijks het hele huis grondig schoon. En in de avond rook het naar wierook gemengd met de geur van het overheerlijke avondmaal. De nachten drongen tot diep in je poriën.. verse muntthee met versgebakken koekjes. Elke dag was een feest.

Terwijl het vrouwelijke deel van onze familie zich uitsloofde en de mannen de cafés bezetten, was ik meer geïnteresseerd in de groep jongens die dagelijks onze stoep bezetten. Ik probeerde dan ook steeds de klusjes buitenshuis te bedisselen. Klusjes zoals de stoep vegen en dweilen, ongebakken brood naar de plaatselijke oven brengen of onzinnige prulletjes kopen in de plaatselijke winkel van Achmed de Shelh op de hoek.

Naarmate ik ouder werd, kreeg ik steeds meer huiselijke taken. De stoep werd door mijn oudste tante geveegd en ik mocht niet meer naar buiten kijken.

Tóch deed ik dat! Elke mogelijkheid die ik kreeg, was een kans een blik te werpen op mijn jongens. Soms kon het minutenlang. Dan stond ik vanuit het raam te knipogen en te gebaren naar de leukste van de groep. Ik zag er niet op die leeftijd, droeg een buitenboordbeugel en had een pony die op z’n agressiefst een schaap kon slachten.
Maar de aandacht was heerlijk.

Tot die ene dag.. Ik poogde opnieuw een blik te werpen op de jongens, toen ineens mijn roze bloemetjes haarband die mn agressieve pony bijeen hield, uit het raam naar beneden viel. Dat was op zich niet zo’n heel groot probleem, ware het niet dat mijn opa, vanuit een andere raam, nét op het moment naar buiten keek dat een van de jongens mijn haarband naar boven wilde gooien. Niet alleen mijn haarband, maar de haarband met een wasknijper met briefje eraan.

Toen ik weer kon lopen en kijken, vond ik per toeval de brief, tussen de heilige boeken van mijn opa. Er stond in het Frans gekrabbeld: ‘Je t’aime, Hicham’ met 2 hartjes, scheelkijkend, want Hicham had humor, hand in hand.

Ik had mezelf de belofte gemaakt, nooit meer naar deze prachtige gevangenis terug te komen en verscheurde plechtig de brief die ik vervolgens weer terugstopte tussen de heilige boeken van mijn opa…